Verschillende vormen van haaruitval:
Alopecia
Alopecia, de medische term voor haaruitval, heeft verschillende oorzaken. Het haar kan uitvallen als gevolg van stoornissen in de haarcyclus, ontstekingsreacties die de haarfollikels beschadigen, of erfelijke/genetische afwijkingen. Er zijn verschillende vormen van alopecia, die grofweg ingedeeld kunnen worden op basis van de aanwezigheid van littekenvorming: non- scarring alopecia en scarring alopecia. Ook kan een derde categorie toegevoegd worden: senescent alopecia (haaruitval door ouderdom).
Non-scarring alopecia
Alopecia androgenetica is de meest voorkomende vorm van haaruitval bij zowel mannen als vrouwen. Het komt vaak voor in de leeftijdsgroep van 30 – 50 jaar. Op basis van het geslacht wordt er een onderscheid gemaakt in het patroon van haaruitval: male- pattern alopecia en female- pattern alopecia. Bij male- pattern alopecia zijn de voorste haarlijn, de brug (middelste gedeelte van het hoofd) en de kruin aangedaan. Voor de classificatie van kaalheid bij mannen wordt de Hamilton- Norwood schaal gebruikt. Bij een minderheid van de mannen is er sprake van kaalheid volgens het vrouwelijke patroon (female- pattern alopecia). Bij female- pattern alopecia zijn de brug (middelste gedeelte van het hoofd) en de kruin aangedaan. De voorste haarlijn blijft intact. Kaalheid kan ook diffuus optreden. Voor de classificatie van kaalheid bij vrouwen wordt de Ludwig schaal gebruikt.
Bij alopecia androgenetica is er sprake van progressieve verdunning/miniaturisatie van het haar. Dikke en lange haren (ook wel terminale haren genoemd) veranderen in dunne en korte haren (ook wel vellusharen genoemd). Eerder was uitgelegd dat androgene hormonen, in het bijzonder dihydrotestosteron (DHT) – een metaboliet van testosteron met een 5x sterkere androgenetische werking- binden aan hormoongevoelige dermale papillen. Als gevolg wordt de dermale papil kleiner, en wordt de haargroei geremd. Er ontstaat folliculaire miniaturisatie. De anagene fase (groeifase) wordt korter van duur, en de haren vallen sneller uit. Ook komt uit wetenschappelijke onderzoeken naar voren dat bij personen met alopecia androgenetica het aantal haren in de kenogene fase relatief meer is, en langer aanhoudt (verschillend van 1-5 maanden).
De haarfollikels blijven met andere woorden langer leeg, en de periode tot de vorming van een nieuwe haar in de anagene fase duurt langer.
Naast erfelijke/genetische factoren kan een verhoogde concentratie van DHT/testosteron in het bloed ook AGA veroorzaken dan wel verergeren. Dit androgenen overschot komt onder
andere voor bij het gebruik van anabole steroïden, bepaalde medicatie en hormonale stoornissen zoals PCOS bij vrouwen.
Telogeen effluvium is een vaak voorkomende vorm van haaruitval. Iedereen maakt waarschijnlijk wel eens een periode van telogeen effluvium door. Er is sprake van diffuse haaruitval. De haren vallen uit als gevolg van een abrupte shift van de haarfollikels van de anagene fase (groeifase) naar de telogene fase (rustfase). Er zijn verschillende oorzaken, te denken aan perioden van acute stress, na de bevalling, een operatie, gebrek aan vitamines (vb: vitamine D) of mineralen (vb: ijzer), schildklierproblemen, bepaalde medicatiegebruik et cetera. De haaruitval ontstaat drie maanden na blootstelling aan de oorzaak. Het beloop is afhankelijk van de oorzaak. Indien de onderliggende problematiek wordt behandeld kan de de kaalheid verminderen tot verdwijnen. Als de haaruitval langer dan drie maanden aanhoudt, is er sprake van chronische telogeen effluvium. Men verliest zelden meer dan 50% van het haar.
Bij alopecia areata is er sprake van acuut haarverlies beperkt tot een of meer gebieden op de hoofdhuid, soms ook in de baardstreek, wenkbrauwen of andere gebieden. Ongeveer 2% van de mensen krijgt in zijn leven alopecia areata. De oorzaak is niet geheel duidelijk. Mogelijk spelen auto- immuun processen, onderliggende ziekten en erfelijke aanleg een rol. Het beloop is onvoorspelbaar: het haar groeit bij 50-80% binnen een jaar terug, vaak treedt het opnieuw op na herstel, en soms groeit het haar niet meer terug. Incidenteel kan alopecia areata overgaan in alopecia totalis of universalis (totale haaruitval). Dit is zelden omkeerbaar.
Tractie alopecia treedt op als gevolg van een aanhoudende trek of spanning op het haar, vaak als gevolg van strakke haarstijlen, vlechten of haarverlenging. Langdurige spanning op het haar kan op den duur leiden tot scarring- alopecia, haaruitval met littekenvorming, en onomkeerbare kaalheid.
Scarring alopecia
Bij scarring alopecia is er sprake van afsterving van de haarfollikels. Littekenweefsel heeft de haarfollikel vervangen, leidend tot permanente kaalheid. Er bestaan twee typen van scarring alopecia: de primaire en secundaire vorm.
Bij primaire scarring alopecia is er sprake van een ontstekingsreactie van de haarfollikel zelf. Recent onderzoek suggereert dat de ontstekingsreactie bij primaire scarring alopecia ervoor zorgt dat de haarfollikelstamcellen in de bulge permanent verdwijnen.
Bij secundaire scarring alopecia is er sprake van globale schade aan de hoofdhuid te denken aan trauma (verbranding en langdurige tractie door bijvoorbeeld haarverlenging), infectie (bijvoorbeeld schimmel) of een systemische ziekte zoals sarcoïdose of tumoren. Deze condities leiden in de tweede plaats tot schade aan de haarfollikel, vandaar de naam secundair.
Scarring alopecia komt vergeleken met non- scarring alopecia niet vaak voor. Hieronder wordt frontal fibrosing alopecia besproken, een vorm van primaire scarring alopecia, die we bij Hairworld Istanbul en Amsterdam Hair Institute vaak voorbij zien komen en succesvol behandelen met de FUE- CT Haartransplantatie Techniek.
Frontal fibrosing alopecia is een voorbeeld van primaire scarring alopecia. Bij FFA treedt haaruitval typisch op aan de voor- en zijkanten van het hoofd in een band- vorm. Het komt vaak voor bij postmenopauzale vrouwen, maar wordt ook gezien bij jonge vrouwen, en meer zeldzaam, bij mannen. Rond de 50- 95% van de patiënten hebben ook last van uitval van de wenkbrauwharen. Ook kan er verlies van haar op het lichaam en gezicht optreden (oksel, genitalien, haren op de armen en benen en baard bij mannen), en klachten van jeuk, onaangenaam gevoel of overmatig zweten van de hoofdhuid.
Frontal fibrosing alopecia wordt geassocieerd met een auto- immuunreactie waarbij onderdelen van de haarfollikel worden aangevallen door het eigen afweersysteem. Als gevolg treedt er een ontstekingsreactie op in de bulge, leidend tot afsterving van de haarfollikelstamcellen. De factoren die deze ontstekingsreactie triggeren zijn niet opgehelderd. Er bestaan meerdere hypothesen op basis van wetenschappelijk onderzoek die stellen dat erfelijke/genetische factoren kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van frontal fibrosing alopecia Verder wordt het hormoon DHT gesuggereerd als mogelijke trigger van frontal fibrosing alopecia Ook zijn er een aantal studies die stellen dat
overgevoeligheid voor stoffen in zonnebrandcrèmes, en overmatig zweten van de hoofdhuid een rol kunnen spelen bij het ontstaan van frontal fibrosing alopecia.
Senscent alopecia
Senescent alopecia (kaalheid door ouderdom) wordt gedefinieerd als een niet- androgeen afhankelijke vorm van alopecia dat voorkomt bij personen vanaf 50 jaar. De belangrijkste kenmerken zijn afname van de diameter van de haarschacht, en afname van de totale lengte van het haar. Het betreft niet alleen de haren op de hoofdhuid, maar ook haren op de rest van het lichaam. In tegenstelling tot alopecia androgenetica waarbij kaalheid volgens een bepaald patroon optreedt (male- pattern of female pattern), is er bij senescent alopecia sprake van diffuse haaruitval. Het is belangrijk om op te merken dat de kaalheid bij senescent alopecia niet optreedt door afname van het totaal aantal haarfollikels op de hoofdhuid. Namelijk, met het ouder worden neemt het aantal haarfollikels jaarlijks met slechts 0.22% afneemt, een vermindering van ongeveer 0.093 haarfollikels per jaar. Het onderscheid met alopecia androgenetica is niet altijd even duidelijk, gezien er sprake kan zijn van kaalheid volgens de Hamilton- Norwood schaal en haarfollikel miniaturisatie, beide kenmerken van alopecia androgenetica. Het komt dus niet zelden voor dat kaalheid door ouderdom ontstaat door een combinatie beeld van senescent alopecia en alopecia androgenetica.